Oogheelkunde

Aandoeningen van de ogen zijn veel voorkomende klachten in onze praktijk. Schijnbaar kleine klachten kunnen soms snel dramatische gevolgen hebben. We benadrukken daarom ook steeds om met oogklachten niet lang te wachten om het door ons te laten nazien.

Entropion

Hierbij krullen de oogleden teveel naar binnen waardoor de natuurlijke aansluiting met de oogbol niet meer intact is en de haren het hoornvlies (cornea) raken en irriteren. Dit kan zowel op het boven- als onderooglid voorkomen. Soms is het hele ooglid erbij betrokken, soms maar een klein deel. Vaak is traanvloei het eerste wat de eigenaar opmerkt. Als de patiënt het oog toeknijpt wil dit zeggen dat er pijn aanwezig is.

Ectropion

Hierbij hangt het onderste ooglid af waardoor er ruimte tussen de oogbol en het ooglid ontstaat. Zo wordt het oog gevoeliger voor uitdroging en blijft er meer stof in de ruimte hangen, waardoor het oog gaat tranen t.g.v. irritatie of ontsteking van het hoornvlies. Ectropion komt enkel voor ter hoogte van het onderste ooglid. Bij een aantal rassen zoals bloedhonden is ectropion een raskenmerk.

Ooglidtumoren

Deze meestal goedaardige tumoren kunnen door hun lokalisatie schade aan het hoornvlies toebrengen. Om deze reden moeten ze chirurgisch verwijderd worden. Hoe kleiner de tumor hoe kleiner deel van het ooglid weggesneden moet worden en hoe beter het functioneel herstel ervan. Dus weer geldt: niet te lang wachten ...

Keratitis

Ontsteking van de cornea of hoornvlies. Zeer veel oorzaken zijn hiervoor verantwoordelijk zoals: te weinig traanvocht, of een slechte kwaliteit van de traanfilm, infectie, verwondingen…Dit kan onbehandeld leiden tot vorming van een ulcus. De therapie is afhankelijk van de diepte, duur, oorzaak…van het letsel. Het kan een oogzalfje zijn, een chirurgische ingreep of zelf het plaatsen van speciale contactlenzen. Deze meten we aan naargelang de grootte en kromming van de oogbol van uw dier.

Glaucoom

Glaucoom is een aandoening waarbij de druk in het oog verhoogd is. Aan de binnenzijde van het oog zijn cellen die een helder vocht aanmaken. Dit vocht zorgt voor de vorm van het oog en ook voor de voeding van de weefsels in het oog. Het wordt continu geproduceerd en ook weer afgevoerd. Bij glaucoom is het evenwicht tussen produktie en afvoer verstoord waardoor er teveel vocht in het oog gevormd wordt. Hierdoor verhoogt de interne druk op de weefsels, met beschadiging tot gevolg. Het eerste weefsel dat hierdoor schade oploopt, is de oogzenuw. 

Wanneer de druk niet zeer snel (binnen de 24u) daalt, zal de schade aan de oogzenuw en ook aan het netvlies onherstelbaar zijn, met permanente blindheid van het oog als gevolg. Bij dieren spreken we over primair en secundair glaucoom. Primair glaucoom is een aandoening die voorkomt bij meerdere rassen zoals de Amerikaanse en Engelse Cocker Spaniel, Basset, Beagle, Chow-Chow, Shar-Pei, Jack Russell, Shih-Tzu, poolhonden, ... Bij katten is dit zeldzaam. Secundair glaucoom ontstaat als er een aandoening in het oog is dat de afvoer van oogvocht belemmert zoals vergevorderd cataract (staar), uveïtis, kanker, lensluxatie, ... Bij katten is uveïtis de voornaamste oorzaak van glaucoom. 

Het eerste wat bij glaucoom opvalt is meestal pijn. Hierdoor gaat het dier wegkruipen, wilt het niet spelen of gaat het ander gedrag vertonen. Ze gaan meestal niet in het oog wrijven. Je kan de pijn vergelijken met zeer zware hoofdpijn. Blindheid is meestal ook aanwezig maar valt bij de eigenaar vaak niet op als het glaucoom maar in 1 oog aanwezig is omdat het dier dan nog kan zien met het andere oog. Roodheid van het witte deel van de oogbol (sclera) of verkleuring van het oog is een ander kenmerk. D.m.v. tonometrie meten we de inwendige oogdruk of intraoculaire druk. Wij gebruiken op onze praktijk een Tonovet. De Tonovet is een speciale, diergeneeskundige oogdrukmeter die een volledig pijnloze meting geeft (zie foto). 

De behandeling van glaucoom is bij dieren helaas veel moeilijker dan bij mensen en is meestal een levenslange therapie. Medicamenteus kunnen we met behulp van druppels en tabletten de afvoer proberen te verhogen. Opvolging van de oogdruk zal dan op regelmatige tijdstippen moeten gebeuren om de medicatie tijdig te kunnen aanpassen. Chirurgisch kan een implantaat geplaatst worden waarlangs het overtollige vocht afgevoerd wordt. Ook met lasertherapie of cryotherapie kunnen een deel van de cellen die het vocht produceren vernietigd worden. Deze ingrepen hebben een hoge kans op complicaties maar zijn soms het enige wat blindheid kan voorkomen. Vooral bij primair glaucoom is het belangrijk dat het (nog) niet aangetaste oog tijdig nagekeken wordt zodat hier nog ingegrepen kan worden vooraleer ook dit blind is. Indien blijvende blindheid is opgetreden en de druk niet genormaliseerd is, wordt meestal gekozen voor enucleatie: een chirurgische ingreep waarbij het blinde, pijnlijke oog verwijderd wordt. Bij de hond bestaat ook de mogelijkheid tot het plaatsen van een intraoculaire prosthese. Hierbij wordt de binnenzijde van de oogbol verwijderd en een prosthese onder de vorm van een balletje in het oog geplaatst. Na enkele weken heeft het oog een zwarte kleur maar beweegt net als het ander oog mee.

Cataract of staar

Door veranderingen in de lens is deze niet meer doorzichtig waardoor de patiënt slechtziend of blind is. In een vroeg stadium kan de lens vervangen worden door een kunstlens waardoor de patiënt kort na de operatie weer zeer goed kan zien. In sommige situaties is het niet meer mogelijk om een kunstlens te plaatsen en dan zal enkel de oude lens zoveel mogelijk verwijderd worden. In deze situatie is er ook teruggave van een deel van het zicht. D.m.v. een corrigerende contactlens kan dit nog verbeterd worden. Ook hier geldt dus: tijdig door ons laten nakijken.