Endoscopie: urogenitaal stelsel

Urethro- en cystoscopie

Tijdens een urethroscopie wordt de plasbuis of urethra over de volledige lengte in beeld gebracht. Bij een cystoscopie wordt de binnenkant van de blaas bekeken. Deze twee procedures worden zo goed als steeds tezamen uitgevoerd. Indicaties voor het uitvoeren van deze procedures zijn o.a. plasproblemen, infecties, bloedverlies tijdens het plassen, het vermoeden van anatomische afwijkingen, blaastenen of tumoren.
Tijdens een cystoscopie kunnen stalen genomen worden en in een aantal gevallen is het mogelijk om blaasstenen uit de blaas te verwijderen. Het grote voordeel van deze methode is dat er geen incisie in de buik gemaakt hoeft te worden en het herstel hierdoor zeer snel verloopt. Ook kan de volledige plasbuis gecontroleerd worden op de aanwezigheid van blaasstenen, wat tijdens een operatie niet mogelijk is.

Vaginoscopie

Bij bepaalde voortplantingsstoornissen, vaginaal bloedverlies of infecties kan het noodzakelijk zijn om een gedetailleerd beeld te maken van de binnenkant van de vagina. Zo worden soms poliepen of tumoren aangetroffen in de vaginawand of komen er anatomische problemen aan het licht. Sommige teven hebben een weefselbrug in de vagina die wanneer ze groot is voor problemen kan gaan zorgen. Ook deze kunnen in sommige gevallen endoscopisch verwijderd worden.