Hypertrofische cardiomyopathie of HCM

Inleiding

Hypertrofische cardiomyopathie of kortweg “HCM”, is een erfelijke en vaak fatale afwijking van de hartspier bij katten. Wanneer een kat HCM heeft, betekent dit dat de hartspier steeds dikker en dikker wordt. Dit lijkt op het eerste zicht misschien geen slechte zaak, was het niet dat door het dikker worden van de hartspier er nog nauwelijks plaats overblijft binnenin het hart zodat het hart zich niet meer kan vullen. Hierdoor wordt er steeds minder en minder bloed rondgepompt in het lichaam en komt de kat uiteindelijk in de problemen. In ernstige gevallen kunnen de dieren er (plots) aan overlijden. HCM komt het vaakst voor bij de Britse Korthaar, Maine Coon en de Ragdoll, hoewel andere rassen ook aangestast kunnen zijn.

HCM in de fok

Omdat HCM bij sommige rassen een erfelijk overdraagbare aandoening is, moeten sommige kattenrassen standaard gecontroleerd worden op HCM vooraleer zij voor de fok mogen worden ingezet. Dit geldt voornamelijk voor de Britse Korthaar, Maine Coon en de Ragdoll. Fokkers moeten hierbij op regelmatige basis een hartecho laten maken van hun fokdieren en moeten indien van toepassing ook een DNA-test laten uitvoeren (enkel Maine Coon en Ragdoll). Zijn de dieren positief, moeten ze uit de fok geweerd worden. Op die manier probeert men op termijn een HCM-vrije kattenpopulatie te bekomen. 

Symptomen

Hypertrofische cardiomyopathie is een gevaarlijke aandoening omdat ze heel frequent pas in een laat stadium wordt gediagnosticeerd. Dit komt omdat veel katten geen of pas in het laatste stadium symptomen vertonen. Mogelijke symptomen zijn:
  • slechte eetlust
  • benauwdheid
  • snelle ademhaling
  • verlamming van de achterpoten t.g.v. een bloedklonter
  • hartruis
  • plotse sterfte
HCM kat

Diagnose

Bij de Maine Coon en de Ragdoll wordt standaard (op jonge leeftijd) een DNA-test gedaan alvorens de dieren voor de fok gebruikt worden. Daarna moeten deze katten regelmatig echografisch gecontroleerd worden. Bij de Britse Korthaar worden enkel echografische controles gedaan. Positieve dieren worden uit de fok geweerd. Voor niet-fokdieren geldt dat tijdens de jaarlijkse controle steeds aandacht wordt besteed aan hartruisjes. Het is altijd aan te raden om een kat met een hartruis verder na te laten kijken. De volgende stap bestaat uit het maken van een echocardiogram. Hierbij wordt o.a. de dikte van de hartspier opgemeten. Ook bij dieren zonder symptomen kan dit gedaan worden om HCM al in een vroeg stadium op te sporen. Wanneer het hart in de problemen komt, komen er bepaalde stoffen vrij in het bloed die we met een bloedtest kunnen detecteren. Dit is nuttig om zeer snel een onderscheid te kunnen maken tussen kortademigheid t.g.v. een hartprobleem of een longprobleem. Röntgenopnamen zijn nuttig om eventueel vocht op de longen aan te tonen en om de grootte van het hart te evalueren.

Behandeling

HCM kunnen we jammer genoeg niet genezen en de behandeling is dan ook enkel gericht op het verminderen van de symptomen. Dit doen we door medicatie te geven die het hartritme vertragen zodat het hart meer tijd krijgt om zicht te vullen, door vochtafdrijvers te geven om het vocht op de longen weg te halen en door medicatie te geven die het ontstaan van bloedklonters vermindert. Door medicatie te geven wordt het verdikken van de hartwand vertraagd en verbetert de levenskwaliteit van de patiënt. Jammer genoeg is HCM een “stille moordenaar” en komt een behandeling voor vele katten te laat.

Preventie

De ziekte voorkomen is onmogelijk. Wel verkleint het risico aanzienlijk voor katten die van een HCM-vrije foklijn afstammen. Verder zijn regelmatige hartecho’s en gezondheidscontroles een betrouwbare methode om de ziekte in een vroeg stadium op te sporen. Elk van de eerder genoemde symptomen is een reden om spoedig contact met de dierenarts op te nemen!