Honden Vaccinatie

Meer informatie over titeren? Zie onderaan deze pagina!

Door uw hond te laten vaccineren, geeft u hem bescherming tegen een aantal infectieuze ziekten. Bij het vaccineren worden infectieuze deeltjes geïnjecteerd en zal het afweersysteem van het lichaam hierop reageren door antistoffen tegen de ingeënte ziekteverwekkers aan te maken. Wanneer uw hond na de vaccinatie in contact komt met deze ziektekiemen, zal hij door de antistoffen beschermd worden. 

Pasgeboren pups krijgen via de moedermelk antistoffen mee die hen een tijdelijke bescherming geven. Vanaf 6 weken leeftijd zijn deze antistoffen echter niet meer talrijk genoeg aanwezig en is de pup opnieuw gevoelig voor ziekteverwekkers. Daarom dient op 6 weken leeftijd een eerste puppyvaccin gegeven te worden, die meestal al wordt toegediend terwijl de pup nog in het nest bij de fokker zit. Op 9 en 12 weken leeftijd dient u de pup opnieuw te laten vaccineren. Nadien is een jaarlijkse hervaccinatie nodig om de afweer op punt te houden. 

Indien u met uw hond naar de hondenschool wilt gaan of op een pension wilt laten logeren, is het vaccineren tegen kennelhoest verplicht (best 2 weken op voorhand). Ook voor reizen naar het buitenland gelden aparte vaccinaties. 

Door middel van een brief herinneren wij u er jaarlijks aan wanneer het tijd is om uw dier opnieuw te laten enten. Dit jaarlijks vaccineren is bovendien een ideaal moment om de gezondheid van uw hond te laten controleren.

Soorten vaccins

Omdat elke hond anders is en niet elke hond evenveel risico loopt op besmettelijke ziekten, is het noodzakelijk om de verschillende vaccins af te stemmen op de leefomstandigheden van het dier. We maken een onderscheid tussen de "kernvaccins" en de "facultatieve vaccins". Onder de kernvaccins vallen alle vaccins die élke hond nodig heeft, ongeacht de omstandigheden waarin hij leeft. De facultatieve vaccins zijn bijkomstige vaccins die verschillen van hond tot hond en zelfs van jaar tot jaar kunnen wijzigen.

Tot de kernvaccinaties behoren de vaccins tegen parvovirose, hondenziekte en infectieuze hepatitis. Wij vinden dat ook het vaccin tegen rattenziekte, ook wel de ziekte van Weil genoemd, tot de kernvaccins behoort.

De vaccins tegen kennelhoest, herpesvirus, hondsdolheid, de ziekte van Lyme en Leishmania behoren tot de facultatieve vaccinaties.

Vaccinatieschema

Lang niet elk vaccin hoeft jaarlijks herhaald te worden. Wij werken met een 3-jaarlijks schema. Dit betekent dat we vanaf de leeftijd van 1 jaar de vaccinatie voor parvovirose, hepatitis en hondenziekte slechts om de 3 jaar opnieuw herhalen. De vaccinatie tegen rattenziekte/leptospirose en kennelhoest blijft maar één jaar werkzaam en dient daarom elk jaar opnieuw herhaald te worden. De vaccinatie tegen hondsdolheid/rabiës is 3 jaar geldig. 

Door dit schema te handhaven, wordt het aantal vaccinaties teruggebracht tot het minimum maar wordt er toch naar een maximale bescherming gestreefd. 

VACCICHECK: titeren op maat

Steeds vaker wordt ons de vraag gesteld of jaarlijks vaccineren wel noodzakelijk is en of we niet bezig zijn om onze dieren te 'overvaccineren'. Het antwoord op deze vraag is niet altijd zo eenvoudig. Voor een aantal ziekten zoals o.a. rattenziekte (= ziekte van Weil) is vastgesteld dat de antistoffen die na de vaccinatie worden aangemaakt maar een jaar werkzaam blijven zodat jaarlijkse hervaccinatie noodzakelijk is. Andere vaccins zorgen dan weer voor antistoffen die meerdere jaren aanwezig blijven. Hiervoor is het jaarlijks herhalen van het vaccin dus overbodig. Bij het opstellen van onze vaccinatieschema's, houden we hier rekening mee. We passen onze vaccinatieschema's dus standaard aan aan de noden van uw dier.

Toch bestaat hierbij de mogelijkheid dat we vaccineren terwijl uw hond eigenlijk nog over voldoende antistoffen beschikt. Om dit te achterhalen, kunnen we beroep doen op de Vaccicheck. Met deze techniek kunnen we in het bloed meten hoeveel antistoffen er nog aanwezig zijn en of de vaccinatie nog uitgesteld kan worden. Anderzijds kunnen we op deze manier ook bepalen of een dier gereageerd heeft op zijn vaccin en antistoffen heeft aangemaakt. Niet elk dier maakt steeds antistoffen aan wanneer het gevaccineerd wordt, waarbij er dus onvoldoende bescherming is.

Door deze individuele methode, kunnen we het aantal toegediende vaccins zoveel mogelijk beperken, maar kunnen we toch voldoende bescherming garanderen. We kunnen testen op infectieuze hepatitis, parvo en hondenziekte.

Deze antistofbepaling gebeurt op een vers bloedstaal. Dit kunnen we afnemen tijdens de jaarlijkse controle.