Katten Vaccinatie

Door uw kat te laten vaccineren, geeft u hem bescherming tegen een aantal infectieuze ziekten. Bij het vaccineren worden infectieuze deeltjes geïnjecteerd en zal het afweersysteem van het lichaam hierop reageren door antistoffen tegen de ingeënte ziekteverwekkers aan te maken. Wanneer uw kat na de vaccinatie in contact komt met deze ziektekiemen, zal hij door de antistoffen beschermd worden. 

Pasgeboren kittens krijgen via de moedermelk antistoffen mee die hen een tijdelijke bescherming geven. Vanaf 9 weken leeftijd zijn deze antistoffen echter niet meer talrijk genoeg aanwezig en is het kitten opnieuw gevoelig voor ziekteverwekkers. Daarom dient op 9 weken leeftijd een eerste vaccin te worden gegeven. Op 12 weken moet uw kitten opnieuw gevaccineerd worden om voldoende antistoffen voor een jaar op te bouwen. Nadien is een jaarlijkse hervaccinatie nodig om de afweer op peil te houden. Voor binnen- en buitenkatten enten we tegen niesziekte en kattenziekte

Voor buitenkatten adviseren we bijkomend de enting tegen kattenleukemie (FeLV) te geven. 

Door middel van een brief herinneren wij u er jaarlijks aan wanneer het tijd is om uw dier opnieuw te laten vaccineren. Dit jaarlijks vaccineren is bovendien een ideaal moment om de gezondheid van uw kat te laten controleren.

VACCICHECK = titeren

Steeds vaker wordt ons de vraag gesteld of jaarlijks vaccineren wel noodzakelijk is en of we niet bezig zijn om onze dieren te 'overvaccineren'. Het antwoord op deze vraag is niet altijd zo eenvoudig. Voor een aantal ziekten is vastgesteld dat de antistoffen die na de vaccinatie worden aangemaakt maar een jaar werkzaam blijven zodat jaarlijkse hervaccinatie noodzakelijk is. Andere vaccins zorgen dan weer voor antistoffen die meerdere jaren aanwezig blijven. Hiervoor is het jaarlijks herhalen van het vaccin dus overbodig. Bij het opstellen van onze vaccinatieschema's, houden we hier rekening mee. We passen onze vaccinatieschema's dus standaard aan aan de noden van uw kat. Toch bestaat hierbij de mogelijkheid dat we vaccineren terwijl uw dier eigenlijk nog over voldoende antistoffen beschikt. Om dit te achterhalen, kunnen we beroep doen op de Vaccicheck. Met dit toestelletje kunnen we in het bloed meten hoeveel antistoffen er nog aanwezig zijn (= titeren) en of de vaccinatie nog een jaartje uitgesteld kan worden. Door deze individuele methode, kunnen we het aantal toegediende vaccins zoveel mogelijk beperken, maar kunnen we toch voldoende bescherming garanderen.

We kunnen testen op kattenziekte (panleukopenie of parvo) en niesziekte (herpes en calici). De test gebeurt op een vers bloedstaal. Dit bloed kan tijdens een routine consultatie worden afgenomen.